Er bestaan vele Agave soorten
De agave is een vetplant en bewaart dus vocht en voeding in zijn bladeren. Die zijn daarom doorgaans dik en vlezig. Van nature komt de agave voor in Amerika. Er zijn vele agave soorten. De meeste daarvan zijn van origine van Mexico en het zuiden van de Verenigde Staten. Van de agave soorten is de Agave Americana de meest voorkomende. De agave heeft de bijnaam de “century plant” (eeuwplant) gekregen. De reden is dat die pas na lange tijd tot bloei komt, wel tot 10 – 30 jaar. De kleine bloemen van de agave staan op een relatief lange steel. De agave plant zich vooral voort via wortelstekken. De meeste agave soorten bloeien slechts een keer en sterven dan. Er zijn soorten die vrij klein blijven. Echter de grootste soorten, zoals de Agave Americana, worden meters hoog. De Agave Americana werd halverwege 16e eeuw naar Europa gebracht.
Toepassingen
Een bekend gebruik van de agave is de productie van siroop, die onder meer als alternatief dient voor suiker bij het koken. Het sap van agave wordt in Mexico gebruikt om pulque, de nationale drank te bereiden. Waarschijnlijk ben je meer bekend met tequila, die uit het sap van de soort Agave Tequilana wordt bereid. Van de Agave Sisalana worden de vezels van de bladeren gebruikt voor de productie van matten en touw.
Agave thuis
Er zijn agave soorten die winterhard zijn en dus jaarrond buiten kunnen zijn. Voorbeelden daarvan zijn de Agave Ferox, die tot een lengte van 1,20 m kan groeien, de Agave lophanta ‘Quadricolor’, die goudgele randen aan de bladeren krijgt en de Agave Parrasana, die een rozet vormt met blauwgroene bladeren. De Agave staat bij voorkeur in de volle zon, anders in de halfschaduw. Goede afwatering is belangrijk en in de winter enige beschutting. Je zult er bij de aanschaf van een agave plant op moeten letten of die al niet winterhard is.
